Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE [19]doodt en [20]maakt levend; [21]Hij doet ter [22]helle nederdalen, en Hij doet [weder] opkomen. 19. Dat is, Hij zendt den mensen grote benauwdheid en ellenden toe, die met den dood te vergelijken zijn. 20. Dat is, Hij verlost de treurigen wederom uit hun benauwdheid en angst. 21. Dat is, Hij brengt in de uiterste verachting en smaad. 22. Dat is, in de uitste benauwdheid; zie Gen.37:35.